Gene Key 40 – De Wil tot Overgave
(Mijn Doel – Lijn 1)
Gene Key 40 gaat over de wil tot overgave. Het is een directe weg tussen de schaduw van uitputting en de siddhi van goddelijke wil, met daartussen de gave van vastberadenheid als katalysator. Deze sleutel staat in het bolletje van mijn Doel, en ik ken de schaduw zo goed dat deze daarom wellicht ook nog steeds gevoelig is. Erover schrijven helpt me nog weer dieper te voelen, te erkennen, accepteren en zachter te worden.
De Schaduw van Uitputting
Gene Key 40 draagt het thema van de eenling. De overlever. De onafhankelijke die denkt: “Ik doe het zelf wel.” In mijn profiel staat deze sleutel in lijn 1, die mijn lichaam als grootste leermeester ziet, vitaliteit en gezondheid van het lichaam vooropstelt, en die in de schaduwfrequentie een houding kent voortkomend uit onzekerheid en verlangen naar controle.
De neiging om alles zelf te willen doen lijkt krachtig, maar is een overlevingspatroon. Een beschermingsmechanisme dat zich al vroeg in mijn leven heeft gevormd door het niet willen her-voelen van de pijn van afgescheidenheid, angst en onveiligheid. Wellicht heeft dit patroon zich ook gevormd op momenten waarop mede-afhankelijkheid gekoppeld werd aan zwakte (Programmeerpartner 37 – schaduw: zwakte).
Als kind heb ik geleerd dat hulp vragen niet vanzelfsprekend was. Mijn ouders waren immers al belast met veel en dat was heel duidelijk. Pijn en kwetsbaarheid was kennelijk iets om te negeren of te overleven. Mijzelf groothouden, alles zelf doen en pleasen werden m’n strategieën, waardoor ik vaak over mijn grens ging.
Ik was ziek in elke schoolvakantie, en ook vaak nog tussendoor. Mijn kleine, magere lijfje wist zich geen raad met alle spanning die ik voelde. Hersenschuddingen, koorts, ontstekingen, blessures, verwondingen; mijn lichaam riep steeds luider.
Toen ik volwassen werd, ging het patroon gewoon verder. Ik kreeg de ene blessure na de andere, viel flauw in de metro, werd wakker in het ziekenhuis, na elke zwangerschap, vitaminetekorten en borstontstekingen. Alles in mijn systeem stond op uitputting. En uiteindelijk, toen ik borstkanker kreeg, kwam de grote genade. Het werd stil. Dat was het keerpunt. Er moest iets veranderen.
Ik was 40 jaar actief in het geven van mijn aandacht en energie aan wat mij niet echt diende, in het doorgaan op een pad dat niet werkelijk het mijne was, in het sterk zijn zonder dat ik mezelf goed wist op te laden — zodanig dat ik mezelf compleet uitgeput had. Niet alleen lichamelijk, maar ook zielsmatig.
Ik gaf te vaak om niet te hoeven ontvangen. Ontvangen was spannend en pijnlijk en op deze manier hoefde ik ook niet echt te voelen. Dat patroon was diep ingesleten. Ik was niet meer verbonden met de Bron — m’n levensenergie raakte op, waardoor ik me echt leeg voelde en uitgeput. Ik voelde me een leeggelopen luchtbed: geen lucht meer, alles weggegeven en niet opgeladen, zo plat als een dubbeltje, zo goed als dood.
Gene Key 40 raakt daarin iets heel groots. Want ik beschrijf mijn individuele uitputting, maar dit is ook een collectief patroon. Er zijn zoveel mensen moe en uitgeput, en daarnaast putten we ook nog eens de aarde uit — onze fossiele brandstoffen, onze natuurlijke bronnen — en ook onze eigen ziel. Wanneer we onszelf afsnijden van onze bron, van onze goddelijkheid, dan begint er langzaam iets in ons te sterven. Ik ben daar geen uitzondering in.
Door hulp en spiegels van anderen realiseerde ik me destijds dat ik een keuze had én een verantwoordelijkheid. Ik wilde dit patroon niet meer. Ik koos om van overleven naar leven te gaan. Ik wilde nooit meer zó leeg en afgesloten zijn van de bron. Ik wilde mijn kinderen een ander voorbeeld geven en ze zien opgroeien. Ik had het verlangen oud te worden met mijn geliefde.
De Gave van Vastberadenheid
De gave die verscholen ligt in deze sleutel is vastberadenheid. Die keuze om het anders te gaan doen, kwam met een resolute, heldere, gefocuste toewijding.
Een innerlijk weten: dit is mijn ware pad, en daar blijf ik op.
Voor mij betekent dat: meer focus, geen geplease meer, consistent blijven en dieper de aarde in gaan — met mijn wortels loodrecht naar beneden om daar voeding te halen uit de aardebron.
Het betekent ook steeds heldere keuzes maken en nee zeggen, één ding tegelijk doen. Want zodra ik mijn aandacht versplinter, verlies ik energie. Mijn kracht zit in focus. In keuzes maken. In voelen wat mijn ziel echt voedt — en stoppen met wat me leegtrekt.
Het betekent ook confrontaties aangaan en zijn met ongemak. Dat gaat zowel over werkzaamheden als ook over contacten met mensen die niet gezond of voedend zijn voor mijn ziel.
Gene Key 40 is voor mij een uitnodiging geworden om niets te verspillen, steeds helderder te worden, en niet meer te stressen of haasten.
Ik oefen om niet meer over mijn grenzen heen te stappen, trouw te zijn aan mijn zielenwezen. Helder blijven voelen hoe ik mijn aansluiting met mijn bronenergie behoud.
Daarom vraag ik mezelf steeds af:
Geeft dit mij energie of kost dit mij energie? Geeft dit mij ongezonde spanning of vreugde?
Zo mijn eigen pad gaan vraagt ook dat ik pauzes neem om mijn lijf tot ontspanning te laten komen. Dat ik stil ben en tijd met mijzelf doorbreng (lijn 1). Dat ik ruimte maak waarin ik de Bron / God kan horen fluisteren. Dat ik ervoor zorg dat er momenten zijn zonder zintuiglijke prikkels, zodat mijn ziel kan rusten.
Dat zijn zulke voedende momenten. En daar moet ik bewust ruimte voor maken.
Vastberadenheid is voor mij ook: de moed om oude gedragingen te veranderen. Oude overlevingsmechanismen aankijken, voelen en omdraaien. Steeds opnieuw.
Het is een kracht die me telkens terugbrengt naar mijn zielsverlangen.
Wat wil het leven via mij vorm geven? Waarvoor ben ik gekomen? Waarvoor ben ik in de wieg gelegd?
Als ik daarin durf te kiezen, echt kiezen, dan werkt het leven met me mee. Dan voel ik dat ik gedragen word. Dat de Bron zelf zoekt naar mij, net zoals ik zoek naar haar.
De vraag is: heb ik de moed om mezelf steeds weer te laten vinden?
Codon Ring van Alchemie
Gene Key 40 maakt deel uit van de Codon Ring van Alchemie, samen met sleutels als vrede (GK 6), transfiguratie (GK 47) en waarheid (GK 63). Deze vier bewegen van schaduw naar siddhi zonder tussenstap. Ze vormen een pad van alchemistische heling — van donker naar licht. Van ego naar ziel. Van zelfwil naar Goddelijke Wil.
De Siddhi van Goddelijke Wil
En dan is er nog deze frequentielaag. De laag waar geen woorden echt toereikend voor zijn: de siddhi van Goddelijke Wil. Daar zit iets heiligs in. In deze laag hoeft niets meer geforceerd te worden. Hier draait alles om overgave. Overgave aan een kracht die veel groter is dan het ik-besef. Hier is geen vluchten of forceren; hier is er overgave aan een Wil die ons gegeven is in een zacht en stil vertrouwen.
De ervaring van borstkanker was voor mij een directe uitnodiging om in de ogen van de illusionaire dood te kijken. Iets gaf mij de moed om mijn diepste angsten aan te kijken en te beseffen dat ik los te laten had. Wellicht m’n drie jonge kinderen, mijn geliefde, mijn leven — zonder weten loslaten…
Daar, op dat kantelpunt, vond ik iets dat ik nu omschrijf als Genade.
Het was een sterven van een deel van mijn egostructuur, waardoor de verbinding met de bron weer mogelijk werd.
De Goddelijke Wil hoor ik als een fluistering. Een bedding waarin ik vanzelf in een bepaalde richting word geleid, mits ik mezelf ertussenuit houd.
Ik word steeds uitgenodigd om mijn individuele wil af te leggen. Niet omdat die er niet toe doet, maar omdat er iets groters aan het werk is. Iets dat me wil vinden, en als ik eerlijk ben: dat mij al gevonden hééft.
We zijn herenigd.
En zo wordt Gene Key 40 steeds opnieuw een uitnodiging om te zakken in vertrouwen. Om alles in mij op te dragen en terug te geven aan het leven zelf.
Niet mijn wil, maar Uw wil geschiede.
Herken je iets van Gene Key 40 in jezelf?
Ik heb op een diepe zielslaag ervaren hoe het is om uitputting te doorleven en te leren vertrouwen op de wil tot overgave. Als je behoefte hebt aan begeleiding op het pad dat jij gaat, voel je dan welkom om contact op te nemen
0 reacties